Hoofdrol voor de bij, bijrol voor de mens​

Na een globale inventarisatie van het terrein en het opstellen van de bloeiboog, wordt al snel duidelijk waar kansen en bedreigingen liggen in de schakels van het ecosysteem.
En omdat bijen bij uitstek de spiegel zijn van hun omgeving en hun aanwezigheid en welzijn ons iets vertelt over de gezondheid van het totale systeem, krijgen zij binnen het maken van jullie plan de hoofdrol.

Erfgoedimker wil uitsluitend honingbijen houden op een manier die niet ten koste van andere bestuivende insecten gaat. Daarom kan het zijn dat het houden van bijen om aanpassingen in het terrein vraagt. 

En dat is precies wat Erfgoedimker nastreeft!
De bijen kenbaar laten maken wat wij als mens kunnen bijdragen aan onze gezamenlijke leefomgeving.

Zoals mensen in Nederland een tekort aan woningen hebben zo hebben de de bestuivende insecten een tekort aan geschikte leefruimte. Het ‘biotoop’.
Erfgoedimker werkt gericht aan het optimaliseren van dat biotoop en maakt het o.a. geschikter voor de bestuivende insecten. Hiermee zal het totale systeem gevarieerder worden in plantgemeenschappen en daarmee uiteindelijk ook in bodemleven, vogelstand, enz… Er wordt een positieve impuls aan de natuur gegeven en dat gaat u zien. Tegelijk vergeten we niet dat we ons bevinden in het groene erfgoed met tuinkunst, een arcadisch landschap en de geschiedenis met vele menselijke- en geomorfologische factoren. Dit maakt het groen erfgoed wezenlijk anders dan de wildernis.

In dit speelveld voelt Erfgoedimker zich thuis.

De plannen die wij in samenspraak maken om het leefgebied van bestuivende insecten te verbeteren, gaan tegelijk langs de meetlat van de tuinconservator. Een gat in de bloeiboog opvullen om op een verantwoorde manier meer honing te kunnen oogsten, gaat ineens een stap verder dan het aanleggen van een boomgaard of inzaaien van een bloemenweide. Het vraagt ook kennis van tuinkunst, kennis over het historisch plantsortiment van grote landschapsarchitecten zoals bijvoorbeeld Zocher, Copijn, Van Lunteren en Springer.  Maar ook kennis over de wijze waarop dit destijds werd aangeplant, de  onderlinge plantverbanden, de sfeer en gevoelens die het mag oproepen.

In onze plannen voegen we al deze kennis samen en versterken we naast het biotoop ook de monumentale waarden. Indien gewenst kunnen wij hierin de keuzes cultuurhistorisch onderbouwen zodat er een subsidie kan worden aangevraagd. (Erfgoedimker verzorgt geen (BRIM-)aanvragen)