Bijen onderscheiden zich van andere bestuivende insecten o.a. door het verzamelen van stuifmeel en nectar.
Door het opstellen van een bloeiboog[1] maakt Erfgoedimker inzichtelijk in welke mate bestuivende insecten kunnen foerageren binnen hun biotoop. Tegelijkertijd wordt hiermee duidelijk óf -en zo ja in welke mate- er eventueel concurrentie tussen honingbij en wilde bestuivende insecten is.
Overdaad maakt het volgens Erfgoedimker-maatstaven verantwoord om duurzaam honingbijen te houden.
Een bloeiboog opstellen is dus altijd ons fundament.
Erfgoedimker inventariseert, waardeert en rapporteert.
[1] Een bloeiboog is een voedselontwerp voor insecten in de tijd. Binnen een bloeiboog worden planten op bloeiperiode gerangschikt en wordt op die manier geïnventariseerd of er altijd voldoende aanbod -ofwel ‘dracht’- voor insecten is. Niet alleen de hoeveelheid stuifmeel of nectar is dus belangrijk, maar vooral ook de spreiding door het jaar heen.